Een ringsling maken is een werkje dat bijna iedereen kan. Ik zal proberen het hieronder uit te leggen met behulp van foto's.

Benodigdheden:
- Scrap (ongeveer 2,2m lang, gewassen en omgezoomd)
- Gutermann garen (of garen van een goede kwaliteit)
- Spelden
- Slingringen maat L (een setje van.,lm 2 stuks)
- Naaimachine, naalden, krijt, lineaal, schaar etc.

Je begint met een stuk van gemiddeld 2,2m draagdoekenstof, deze doeken zijn vaak rond de 70cm breed. Gebruik je een scrap, dan zoom je de kantjes nog even om voor je gaat beginnen aan het 'verslingeren' en zorg dat de scrap is gewassen. Het liefst lock je alle randjes nog om rafelen tegen te gaan.

Bedenk welke kant je het meeste zichtbaar wilt hebben tijdens het dragen, dit heeft te maken met welke kant je hem om gaat naaien. En zoek leuke ringen uit, deze vind je hier.

1) Markeer waar je dalijk je stof wilt knippen. Een gemiddelde ringsling is 2m lang, dit betekend dat je scrap minstens 2,2m moet zijn. Wil je hem korter omdat je niet van staarten houdt of juist langer zodat je er ook makkelijk mee kunt rugdragen, markeer de stof dan waar je hem wilt hebben. Meet vanaf de kortste punt.

2) Teken een lijn loodrecht op de stof op het punt waar jij hem geknipt wilt hebben en knip op deze lijn. Zorg ervoor dat voor je knipt/tekent de stof helemaal recht ligt en je eventueel het patroon mooi volgt.

3) Als je het helemaal goed wilt doen, dan lock of zigzag je de geknipte rand. Nu mag je de rand zo'n 2cm omslaan naar de 'verkeerde' kant en plat strijken.

4) Leg de stof weer op de tafel en teken met krijt een lijn 40 cm vanaf de vouwrand, weer op de 'verkeerde' kant van de stof.

5) Haal nu de stof door de 2 slingringen en leg deze tussen de vouwrand en de getekende lijn in.

6) Nu gaan we de vouwrand op de krijtlijn leggen en de stof aan elkaar vast spelden. Let op, de vouwrand is dus naar binnen, die zie je dalijk na het naaien niet meer!
Ik begin altijd om beide zijkanten vast te spelden en werk zo van de ene naar de andere kant. Eerst grof en daarna tussen de spelden nog meer spelden. Waarom nou zo? Als je meteen veel spelden van links naar rechts zet kan het zijn dat je aan de stof trekt en je hem zo uitrekt en je op het einde met een paar cm resterende stof zit. Mocht de stof een handig patroon hebben om te volgen, volg deze dan zodat het mooi uitkomt, dan weet je zeker dat de stof recht ligt. Krijg je hem alsnog niet recht gespeld, teken dan een paar markeringspunten (op de krijtstreep en vouwrand dezelfde punten) voordat je de stof vast speld en leg ze dan op dezelfde punten op elkaar om ze vast te spelden.

7) Nu is het tijd om te naaien! Ik zelf laat tijdens het naaien de spelden er meestal in zitten. Stik netjes een een paar milimeter langs de vouwlijn. Het beginpunt en het eindpunt zijn wat dik, een niveleer plaatje kan dan handig zijn, mocht je die niet hebben werkt een naalden doosje ook meestal

8) Voor het volgende stiksel hou ik meestal het voetje van mijn naaimachine aan, met eventueel de naald helemaal naar rechts om een breder tussen stukje te krijgen. De spelden kan je erin laten zitten als je dat fijn vind, als je ze eruit haalt, zorg dan dat de stof mooi  vlak blijft liggen en je geen vouwen krijgt in je stiksel.

9) Na minimaal 3 evenwijdige stiksels is hij veilig. Vind je meer stiksels mooi of eventueel nog een sier stiksel, ga je gang! Leef je helemaal uit om je plaatje nog mooier te krijgen. Ow kijk voor de zekerheid even of je het omgevouwen stukje mooi tussen de stiksels hebt zitten en deze niet meer zichtbaar is. Is deze nog wel zichtbaar, zet dan nog een stiksel erbij om het randje te verstoppen.